maandag 29 februari 2016

Kenmerken en herkomst van de hobo




De hobo is de kleinste van de dubbelriet-instrumenten. Het is een houten blaasinstrument met een dubbel riet net zoals de fagot. Om geluid uit het instrument te krijgen, moet je lucht door het riet blazen. Hierdoor breng je het riet in trilling. Bij de hobo wordt dit riet op een metalen stop (stiftje) gebonden (vaak is de moderne stop bedekt met kurk).
Kleppen zorgen ervoor dat de gaten, die in de buis van het instrument zijn geboord, afgesloten kunnen worden. Door het indrukken of loslaten van deze kleppen, kun je op dit instrument verschillende tonen maken.
Het instrument wordt vaak gebruikt bij droevige melodieën.
De hoboïst geeft de toon aan bij het stemmen van het orkest. Elk instrument moet op elkaar afgestemd worden zodat ze een harmonisch geheel vormen. Dit stemmen, wordt per individueel instrument gedaan door het een beetje uit te trekken (zodat de klank verlaagt) of door het samen te drukken (zodat de klank verhoogt). De temperatuur van het lokaal speelt hierbij echter ook een belangrijke rol. Hoe warmer het is, hoe hoger een instrument klinkt.

Hobo


Stemnoot: La




Familie:                 Houten blaasintrumenten.
De hobo hoort bij de dubbelrietinstrumenten.
Naam bespeler:      Hoboïste  


             Oude vormen van schalmeien
Toonomvang:        2 ½ octaaf   
   
               
Materiaal:              Hout

Grootte:                60 cm

Afkomst:                De hobo werd in de 17de eeuw ontwikkeld uit de schalmei (Dit is de opa), een dubbelriet-instrument dat in Europa reeds in de 13de eeuw bespeeld werd.
In de 19de eeuw werd een kleppen-mechanisme aangebracht, daarvoor werd de hobo zonder kleppen bespeeld.
Classificatie:          Hij behoort tot de groep aërofonen (dit zijn instrumenten die geluid produceren door een luchtzuil in trilling te brengen).


https://nl.wikipedia.org/wiki/Schalmei
https://nl.wikipedia.org/wiki/Hobo_(muziekinstrument)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten